Uncategorized

Oordeel niet …

Het advies oordeel niet, opdat je niet beoordeeld wordt is afkomstig uit de Bergrede, die te vinden is in Mattheus 7, vers 1. In het Grieks wordt hier voor oordelen κρίνω (krinoo) gebruikt ; dit kan worden vertaald als ‘een oordeel vellen over goed en kwaad’, ‘veroordelen’, ‘van mening zijn’, ‘achten’ of ‘denken’. Ons woord kritiek is ook afgeleid van dit werkwoord.
Wat deel  je eigenlijk, als je oor-deelt ? Misschien kan het Duitse woord Ur-teil ons daarbij helpen : door het hebben van een oordeel, wordt er iets van onze oer-essentie, die ongedeeld ( Sanskriet advaita ) is, veranderd in een oordelend Ego en een tegenover, datgene waarover een oordeel wordt uitgesproken.
Dit wordt ook aangeduid in deze quote van Ernst Terpstra :

“als je je oordeel terughoudt
kan er een ruimte ontstaan
waarin de waarheid zichtbaar wordt
en de (nauwe) weg die daarheen kan leiden.”
Voor mijn gevoel komen we dan ook in de richting van de uitspraak wees zelf de verandering, die je in de wereld wil zien, die wel wordt toegeschreven aan Mahatma Gandhi, alleen heeft Gandhi dit destijds veel genuanceerder geformuleerd :
“All the tendencies present in the outer world
are to be found in the world of our body.
If we could change ourselves, the tendencies
in the world would also change.
As a man changes his own nature, so does
the attitude of the world change towards him.
This is the divine mystery supreme.
A wonderful thing it is and the source of our
happiness. We need not wait to see what others do.”
Niet oordelen is geen zwijgen – het is luisteren met je hele wezen :

Als de Ziele luistert Spreek’ et al een taal dat leeft, ‘T lyzigste gefluister Ook en tael en teeken heeft: Blâren van de boomen Kouten met malkaer gezwind, Baren in de stroomen Klappen luide en welgezind, Wind en wee en wolken Wegelen van Gods heiligen voet, Talen ende tolken ‘T diep verdoken Woord zoo zoet; Als de Ziele luistert!


     Guido Gezelle



De sfeer van deze afbeelding sluit aan bij de muziek die Lodewijk Mortelmans maakte bij dit gedicht van Gezelle. Lodewijk stierf op 24 juni van hetzelfde jaar, waarin ik op weg was naar deez’ aarde : wellicht vandaar de diepe verbondenheid die ik ervaar, als ik zijn noten zing of als ik luister, hoe Cristel de Meulder deze muziek vertolkt :
🎵 Luister op YouTube  [ rechts klikken op de link, kies dan : openen in nieuw tabblad ] Dit ligt qua sfeer weer heel dicht bij Abendrot uit Die Letzte Lieder, waar ik op 12 juni in Arbor Vitae over sprak.


In de Weekspreuk, die correspondeert met de week waarin in jarig ben, herken ik een omstulping, vergelijkbaar met hetgeen Steiner beschrijft voor de ziel op het moment van overgaan naar de geestelijke wereld : dan stulpt de ziel als het ware binnenste-buiten, zoals een sok, waardoor wat eerst zich van binnen uiteenzette met de daar aanwezige orgaan-wereld nu in de kosmos een reële ontmoeting heeft met de wereld van de sterren ; onderstaande schets maakte ik op 4 aug 2021, dus middenin de Corona-episode … Het sfeer-beeld, links, is van Eva Mees.




Luisterimpressie

Bij het beluisteren van Chopin’s Nocturne op. 27 nr. 1, hier gespeeld door Arthur Rubinstein, ontvouwt zich een innerlijk landschap van klank en stilte. Deze impressie ontstond vanuit dat luisteren — naar de diepe, dragende ondertoon én naar de lichtheid die daaruit oprijst, alsof klanken zelf voorzichtig het licht tegemoet reiken.

 Nocturne aan de stroom van lage tonen die is gespreid als ‘n bedding ontspringen, langzaam en voorzichtig, als lichtvonkjes vanaf de golven je heldere tonen die teer uitreiken naar het Licht …


Vanochtend kwam ik te spreken over eau de Cologne en als vanzelf werd ik terug gevoerd naar de hoogmis in de Lambertuskerk, waar ik als kleine jongen heenging met oma Coenen. Die mis was nogal lang en nogal indrukwekkend, immers geheel in ‘t Gregoriaans gezongen, dus soms werd het me allemaal even teveel, en dan kreeg ik van oma wat eau de Cologne op een geborduurd zakdoekje gesprenkeld.
Destijds was dit een erg bekend product, waar ook regelmatig reclame voor werd gemaakt op radio Luxemburg, op de Middengolf 208 m, die bij ons altijd aanstond : écht Kölnisch Wasser, von der Glockengasse Nọ 4711